Collectie
De collectie van het Nationaal Coöperatie Museum omvat:
1) De kerncollectie van de HAKA en Coöp Nieuwe Waterweg;
2) De overige verbruikscoöperaties in Nederland;
3) De buitenlandse verbruikscoöperaties.
U wordt rondgeleid langs de vitrines met de winkelproducten en reclame artikelen met daarnaast tal van voorwerpen uit de inventaris van de winkels.
De tentoonstelling is ingericht volgens een chronologische indeling van de geschiedenis van de verbruikscoöperaties. Het ontstaan en de groei van de coöperatieve beweging hangt nauw samen met de maatschappelijke verhoudingen, zoals die halverwege de 19e eeuw waren gegroeid. De opkomende industrialisatie veroorzaakte, door de opeenhoping van arbeiders veel sociale misstanden. Uitgebuit door hun werkgever leefden zij onder schrijnende omstandigheden, met lange werkdagen, lage lonen, geen sociale voorzieningen, kinderarbeid, slechte behuizing, etc. Onder een groot deel van de bevolking heerste grote armoede. Veel fabrikanten pasten methoden toe om arbeiders aan hun fabriek te binden, o.a. gedwongen winkelnering met kredietverlening, waarbij werknemers werden gedwongen hun levensmiddelen bij de werkgever aan te schaffen. Enkele mannen, die zich het lot van de arbeidersklasse aantrokken en (helaas) mislukte pogingen ondernamen om er verandering in aan te brengen, zijn Robert Owen en William King.
De geschiedenis
1844 – 1920. Het ontstaan in Engeland en de expansie in Nederland
In 1844 slaagden 28 eenvoudige textielwevers (de pioniers van Rochdale in Engeland) er in de eerste coöperatieve vereniging (verbruikscoöperatie) te stichten. Van hun magere loontje spaarden zij een kapitaaltje bijeen en begonnen met behulp hiervan zelf brood, levensmiddelen en kleding aan hun leden te verkopen. De oorspronkelijke winkel in Toad Lane te Rochdale is nu een museum van de coöperatieve beweging. De coöperatieve gedachte woei ook over naar het vasteland van Europa. In Nederland faalden de eerste pogingen om in Rotterdam (1860) en Amsterdam (1862) tot oprichting van een verbruikscoöperatie te komen jammerlijk. In 1876 lukte het echter wel met de landelijke ambtenarencoöperatie ‘Eigen Hulp’. Arbeiders mochten niet toetreden tot deze bond. Daarom ontstonden er naast Eigen Hulp, neutrale arbeiderscoöperaties. In 1905 verenigden de arbeiderscoöperaties zich in de Nederlandse Coöperatieve Bond. Een onderafdeling van deze bond was de Handelskamer, die de functie van groothandelsvereniging (centrale inkoop) vervulde. Het opkomend socialisme zag in de verbruikscoöperatie, naast de politieke partij (S.D.A.P.) en de vakbeweging, één der zuilen van de arbeidersbeweging. Tussen 1900 en 1920 werden er ruim 40 socialistische verbruikscoöperaties opgericht, die zich verenigden in de Bond van Arbeiderscoöperaties. In 1914 werd de Handelskamer een zelfstandig lichaam onder de naam ‘Coöperatieve Groothandelsvereniging de Handelskamer HAKA.- G.A’. In 1920 ontstond uit de beide eerder genoemde bonden de Centrale Bond van Nederlandse Verbruikscoöperaties, met 380 aangesloten coöperaties en ca 200.000 leden.
1945 – heden
De maatschappij na de Tweede Wereldoorlog verschilde in belangrijke mate van de situatie tijdens het ontstaan van de coöperatieve beweging, vooral in economisch opzicht. De welvaart was fors toegenomen, vooral in de lagere inkomensgroepen, en de wijze waarop de welvaart verdeeld werd. Ten gevolge van de komst van de verzorgingsstaat behoorden de voornaamste redenen voor de opkomst van de coöperatieve beweging, de strijd tegen armoede en uitbuiting, tot het verleden. Na de jaren ‘50 voltrokken zich ingrijpende ontwikkelingen in de levensmiddelenbranche, waaronder de opkomst van de supermarkt(ketens), waar vooral de kleinere verbruikscoöperaties onvoldoende op hebben ingespeeld. De Handelskamer werd in 1947, door het toetreden van de overige nog zelfstandig opererende bonden, omgezet in: Centrale der Nederlandse Verbruikscoöperaties – COÖP NEDERLAND U.A.. Deze coöperatie vormde de centrale organisatie waarbinnen o.a. de centrale inkoop was georganiseerd. In de jaren zestig werd door fusies en het stoppen van bedrijfsvoeringen het aantal coöperaties sterk teruggebracht, totdat er in het begin van de jaren zeventig grotere regionale eenheden overbleven. In 1966 waren in deze centrale organisatie in totaal 18 grote ( plaatselijke of regionale) en 16 kleine verbruikscoöperaties (werkzaam op het platteland) verenigd. Er waren toen ca. 850 CO-OP winkels in ons land: 150 supermarkten, 200 zelfbedieningswinkels, 300 bedieningswinkels en 200 speciaalzaken (slagerijen, brood- en banketwinkels, zuivelwinkels, drogisterijen, textielzaken, huishoudelijke artikelen winkels etc.). Ook een aantal productiebedrijven, waaronder 40 moderne broodbakkerijen, 8 banketbakkerijen, twee meelfabrieken en een imposante graansilo (in Rotterdam), brandstofbedrijven en zuivelbedrijven maakten deel uit van deze organisatie, evenals ondersteunende diensten als reclame, winkelverzorging en voorlichting ten behoeve van zowel de detailhandel als van de consumenten. Bovendien beschikte CO-OP over een imposant distributiecentrum met kantoorgebouwen te Utrecht en twee kleinere centra in het oosten en zuiden van ons land. Bij de organisatie werkten ca. 11.000 mannen en vrouwen en het ledenbestand telde 400.00 leden. Het hoofdkantoor was gevestigd in Rotterdam. Belangrijk is ook de oprichting van coöperatieve vrouwenorganisaties, die in de Coöperatieve Vrouwenbond verenigd waren.
In 1973 viel het doek voor CO-OP NEDERLAND en werden de meeste coöperaties opgeheven. Alleen Coop Zaanstreek-Kennemerland en Coop Gelderland bleven bestaan. Deze coöperaties gingen in 1982 samen verder als Coop 82 U.A. Daaruit is in de loop der jaren Coop Supermarkten ontstaan dat zich ontwikkelde tot een winkelketen 2021 ca. 320 winkels in het hele land en later weer Coop Nederland werd genoemd. Deze coöperatieve organisatie kende sinds 2001 zowel consumentleden als ondernemersleden met een vertegenwoordiging in de ledenraad. Medio 2021 telde de organisatie ongeveer 160 vestigingen van de ondernemersleden, 160 filialen en 1 miljoen consumentleden.
Fusie Coop Nederland met Coöperatie Sperwer
Op 3 januari 2022 zijn Coop Supermarkten en ondernemerscoöperatie Sperwer, bekend van de PLUS supermarkten, gefuseerd tot Coöperatie PLUS U.A. om zo samen een krachtiger marktpositie te realiseren. Schaalgrootte is noodzakelijk en een zwaar concurrerende markt. De fusieorganisatie is na Albert Heijn en Jumbo de derde foodretailorganisatie van Nederland. De Coop supermarkten worden omgebouwd naar de PLUS formule. De organisatie telt ca. 550 winkels waarvan 150 eigen filialen. De leden van de coöperatie zijn zelfstandig supermarktondernemers en consumenten. Zij werken samen met als doel een duurzame bedrijfsvoering te realiseren, PLUS nog krachtiger te maken en zo meer voordelen te realiseren. Binnen de Coöperatie PLUS U.A. hebben ruim 400 ondernemersleden en 50 gekozen consumentleden een stem in de besluitvorming. Zij vormen samen de Algemene Leden Vergadering (ALV).

Uitbreiding & aanvulling van de museumcollectie?
Regelmatig wordt de collectie aangevuld met nieuwe objecten, veelal afkomstig van particuliere schenkingen. Heeft u artikelen van verbruikscoöperaties? Ons museum is blij mee! Wij komen graag met u in contact, vul het formulier in en wij nemen contact met u op. Langskomen mag natuurlijk ook, u bent van harte welkom!
Mijn mogelijke uitbreiding voor de museumcollectie
Het Nationaal Coöperatie Museum als kenniscentrum
Naast de geëtaleerde voorwerpen en objecten beschikt het museum over een grote hoeveelheid documenten van verbruikscoöperaties. Deze databank is op verzoek beschikbaar voor geïnteresseerden, zoals studenten en onderzoeksinstanties.